Belangrijke kerngegevens van de Canarische geschiedenis

Ongeveer 3000 voor Christus Chr.: Kolonisatie van de Canarische Eilanden vanuit Noord-Afrika, het Koninkrijk der Guanchen ontstaat.

Vanaf 1000 voor Christus Chr.: In de oudheid ontstaat er een mythe over de eilanden: men denkt dat het het gezonken Atlantis (Plato), de Elysee-velden (Homerus), de tuinen van de Hesperiden (Herodotus) of de Happy Islands (Virgilius) zijn.

Tegen 1000 na Christus: De eilanden "aan het einde van de wereld" worden bezocht door Romeinse en Arabische zeelieden die zich echter niet vestigen.

1344: Paus Clemens VI benoemt de Spanjaard Luis de la Cerda tot koning van de Canarische Eilanden. De titel is niet relevant omdat de eilanden blijkbaar geen rijkdom hebben.

1402-1405: De Normandische Jean de Bethencourt veroverde Lanzarote, Fuerteventura, El Hierro en La Gomera voor de Spaanse kroon. De inheemse bevolking verzette zich bitter.

1492: Op zoek naar een kortere zeeroute naar India, legt Christoffel Columbus in La Gomera aan om water en proviand aan boord te nemen. In hetzelfde jaar ontdekte hij Amerika.

1500-1700: Spanjaarden (Andalusiërs) en Portugezen koloniseren de eilanden. Ze brengen wijn en suikerriet mee.

1657: Overwinning op de vloot van admiraal Blake.

1706: Overwinning op de schepen van de Engelse admiraal Gennings tijdens de Spaanse Successieoorlog.

1797: De Engelse admiraal en zeeheld Horatio Nelson wordt verslagen tijdens een poging om Santa Cruz de Tenerife te veroveren en verliest daarbij zijn rechterarm.

1852: De Spaanse regering heeft de meest afgelegen Spaanse eilanden uitgeroepen tot vrijhandelszone. Daardoor ervaren ze een economische opleving, waarvan vooral de havensteden Santa Cruz de Tenerife en Las Palmas de Gran Canaria profiteren.

1912: Met de Cabildos Insulares, het zelfbestuur van de eilanden, krijgen de Canarische Eilanden een grotere onafhankelijkheid van Madrid.

1927: Er ontstaan ​​twee provincies: Santa Cruz de Tenerife (west) en Las Palmas de Gran Canaria (oost).

1936: Generaal Francisco Franco, uitgezonden naar Tenerife, waagt de sprong naar Marokko, van waaruit hij de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) begint. Hij regeert Spanje dictatoriaal tot de dood.

Rond 1950: Timide begin van het toerisme. In 1957 begonnen chartervluchten. Door de sluiting van het Suezkanaal door president Gamal Abd el Nasser worden ook de scheepvaartroutes langs de Afrikaanse kust nieuw leven ingeblazen en daarmee de havens van Santa Cruz en Las Palmas.

1975: Met de dood van Franco en het einde van de dictatuur eisten de Canarische Eilanden meer onafhankelijkheid van de centrale regering in Madrid.

1982: Met de publicatie van de autonomiewetten worden de eilanden een autonome regio van Spanje.

1985: De Canarische Eilanden hebben een bijzondere status binnen de Europese Gemeenschap.