Van kale zandduinen tot vruchtbare oases
Aan de noord- en oostkust groeien veel subtropische planten zoals hibiscus, bougainvillea, jasmijn, oleander, citrusvruchten, olijfbomen en wijnstokken.
Wanneer ze worden gekweekt, gedijen ook granaatappels, vijgen, perziken en abrikozen - vruchten die veel werk vergen, maar niet erg productief zijn.
In het noordelijke Kroumir-gebergte zijn kurk- en steeneikenbossen. Er leven wilde zwijnen en rode vossen. In de oostelijke zone komen door de eeuwenlange overexploitatie alleen macchiaplanten voor zoals varens, heide en gaspeldoorn. De eens zo grote bosgebieden in Tunesië zijn in de oudheid grotendeels gekapt, zodat er nu alleen nog overblijfselen van te vinden zijn. Om dit tegen te gaan is de overheid herbebossingsprojecten gestart.
