"De eilanden van de gezegenden"

De Canarische Eilanden zijn lange tijd een mysterie geweest voor de geschiedschrijving: als legende en mysterieus land vonden ze hun weg naar historische representaties. Het verzonken continent Atlantis, dat naar verluidt ten westen van Afrika zou hebben gelegen, werd hier vermoed.

Rond 40 v. Chr. Volgens de Romeinse schrijver Plinius werden de eilanden ontdekt tijdens een expeditie onder leiding van de Moorse koning Juball. De ontdekkingsreizigers vertelden over grote, stoute honden die het eiland bewaakten. De Canarische Eilanden ontlenen hun naam waarschijnlijk aan deze honden (Latijns canis = hond) en niet, zoals vaak wordt aangenomen, aan de kanaries. Dit komt omdat ze hun naam hebben gekregen van de archipel.

In de Middeleeuwen ontmoetten Arabische en Europese avonturiers op de Canarische Eilanden een vreemd ras van mensen met blauwe ogen, blond haar en mysterieuze afkomst: de Guanchen. Deze zijn vandaag de dag nog steeds een raadsel voor de wetenschap. Ze behoorden waarschijnlijk tot een Noordse stam die inheems werd op de eilanden tijdens de grote migratie van de volkeren. Wat verbazingwekkend is, is dat hoewel ze op de eilanden woonden, ze niet thuis waren in scheepsbouw en dat er geen verbinding was tussen de eilanden.

Er is ook reden om aan te nemen dat de Guanchen een eenvoudig pastoraal en boerenvolk waren, maar hun doden balsemden volgens het Egyptische model, wat wijst op een hoogontwikkelde cultuur. Hun taal kon niet worden toegewezen aan een van de bekende taalgroepen. Tegenwoordig zijn de guanches uitgestorven.