Betancuria, gesticht aan het begin van de 15e eeuw, draagt de naam van de veroveraar van het eiland, Jean de Béthencourt. In het rustige dorpje bevindt u zich in het geografische centrum van Fuerteventura.
De kerk van Santa Maria de Betancuria werd gebouwd in 1410 in de Normandische-gotische stijl. In 1424 werd het omgebouwd tot de eerste kathedraal op de Canarische Eilanden. Vandaag zijn alleen het eerste deel van de klokkentoren en de voeten van de kolommen overgebleven van de oorspronkelijke constructie. In 1620 werd Santa Maria de Betancuria herbouwd in de Mudejar-stijl, waardoor het zijn driebeukige vorm kreeg.
Binnen valt het altaarstuk uit de tweede helft van de 17e eeuw op, evenals de rijke lambrisering, die vooral in de sacristie te bewonderen is. Ook de beschilderde houten koorbanken en de doopkapel zijn de moeite waard. Opvallend is de indeling van de vloer, waaronder oude graven liggen.
Direct naast de binnenplaats van de kerk staat een oud herenhuis met een restaurant. Ook bezienswaardig zijn de bedevaartskapel San Diego de Alcalá, de kloosterkerk, vlakbij de ruïnes van het Franciscaner klooster Convento de Buenaventura, evenals het Museum voor Religieuze Kunst (Museo Arto Sacro) en het Museum van Geschiedenis (Casa Museo de Betancuria ).
