De Costa Calma in het zuiden van Fuerteventura was tot midden jaren tachtig een absolute insidertip. Begin jaren tachtig was hier slechts één klein hotel en restaurant.
In de daaropvolgende jaren ontwikkelde zich een toeristische infrastructuur. Een medisch centrum, een ontziltingsinstallatie voor drinkwater evenals winkels en andere restaurants werden gebouwd. Verder is er een palmenbos van ongeveer twee kilometer lang en 250 meter breed gecreëerd, dat sindsdien wordt beschouwd als het grootste "bos" van het eiland.
Tegenwoordig zijn er ongeveer 12.000 toeristenbedden aan de Costa Calma. Duits wordt nu door velen geaccepteerd en gesproken als omgangstaal.
Van de Costa Calma tot het puntje van het schiereiland Jandía, het langste witte zandstrand van het eiland, Playa de Sotavento, is ongeveer 30 kilometer lang en is ideaal om te zonnebaden en strandwandelingen te maken.
