Je zult versteld staan!

Het bloemeneiland Madeira doet zijn naam echt eer aan, want je kunt hier het hele jaar door de prachtigste bloeiende planten bewonderen. Veel planten uit tropische en subtropische landen werden voornamelijk door de Engelsen naar het eiland geïmporteerd. Ze raakten hier thuis met de constante milde temperaturen, verspreidden zich meer en meer en verfraaien vandaag het hele eiland.

Elk seizoen heeft zijn specialiteit: in de winter ontvouwen de kerstster en boomaloë zich, in het vroege voorjaar bloeien boomgrote rododendrons en de prachtige palissanderbomen met hun diepblauwe bloemen. En overal langs de weg groeien Afrikaanse liefdesbloemen, die vanaf eind mei hun pracht ontvouwen. De zomer is de tijd van de hortensia's en in de herfst kun je vooral in Funchal de roze kelk van de kapokboom bewonderen. Niet te vergeten zijn hibiscus en bougainville, die het hele jaar door bloeien en vooral de opgedroogde rivierdalen van Funchal verfraaien.

De inheemse flora daarentegen is vrij onopvallend. Ongeveer 800 bloeiende planten maakten de lange weg over de Atlantische Oceaan vóór de kolonisatie, voornamelijk varen-, mos- en paddenstoelensoorten. Door de geïsoleerde ligging heeft de flora hier een eigen ontwikkeling doorgemaakt, zodat vandaag ongeveer 15% van alle soorten endemisch is.

Door de klimatologische verschillen zijn er verschillende vegetatieniveaus. In het kustgebied tot ca. 300 m hoogte vind je in het voorjaar de schitterende adderkop met zijn blauwe kaarsvormige bloeiwijzen. Daarnaast kroontjeskruidplanten, de wilde olijfboom en een paar drakenbomen.

Tussen de 300 en 600 m hoogte regent het vaker. Er groeien Canarische laurier, wasmirte en Canarische wilg. Tussen 600 en 1.300 m kunt u eucalyptusbomen, zeedennen en het laurierbos zien, dat bijzonder belangrijk is voor de watervoorziening van het eiland. Helaas wordt het laurierbos bedreigd door vreemde planten, halfwilde geiten, schapen en varkens die jonge scheuten eten, maar ook door bosbranden die Madeira elk jaar teisteren.

Het laurierbos houdt het water bij zijn kreupelhout vast, leidt het de grond in, waar het wordt opgeslagen in de poreuze rotslagen. Er is dus een constante watertoevoer, zelfs in seizoenen met weinig regen. Daarnaast worden de effecten van hevige neerslag gedempt en wordt bodemerosie verminderd. Daarom strijden de Madeiranen, met de hulp van de EU, tegen de vernietiging van het laurierbos door te proberen het te herbebossen. Dit gebeurt met enig succes, maar de bebossing kost tijd en grotere laurierbomen staan ​​momenteel alleen aan de noordkant van Madeira.

Vanaf een hoogte van 1.300 m verandert de vegetatie volledig (Paúl da Serra-plateau). Daar vind je alleen boomheide, de madeira bosbes en de varens, die daar enorme oppervlakten innemen.